Als je na 3 vluchten en bijna 24 uur reizen eindelijk je eindbestemming nadert en je ziet de zon achter de in oranjegloed gehulde heuvels in de zee zakken: Wie krijgt er geen brok in zijn keel? Wie houdt het dan droog? Ik in ieder geval niet! Eenmaal uit het vliegtuig moet je opeens heel veel: visum regelen, koffers ophalen, simkaart kopen, geld opnemen, trainkaartje kopen, taxi zoeken...
Ik voel mij thuis, maar tot nu toe meer verstandelijk: ik heb hier mijn familie, mijn roots liggen hier, ik behaal de uiterlijktest glansrijk, maar tegelijkertijd ben ik een buitenstaander van alles. Ik herken slechts een handjevol van de duizenden karakters en ik snap bar weinig van de cultuur. Als ik het vergelijk met Nepal, waar ik in totaal een maand of 2-3 ben geweest, voel ik mij in Taiwan meer een toerist. Ergens vind ik dat ook wel fijn, want als ik mij in Taiwan nog meer thuis zou voelen zou het leven wel heel complex worden!
Vorige week vrijdag liep ik met een tasje met stroopwafels, chocolade, een kettinkje en een brief naar het kantoor van CSS. Het kantoor is trouwens vlak bij de Taipei 101. Daar, op het kantoor van CSS, heb ik mijn moeder ontmoet (ik doe niet aan de term: biologische moeder, want ze ik ook mijn moeder). Dat was heel fijn en tegelijkertijd heel anders dan ik mij had voorgesteld (wat het niet minder fijn maakt!). Ik vind het belangrijk om zowel haar als mijzelf te beschermen en goed na te denken over wat ik hierover met de wereld wil delen. Dus voorlopig houd ik het voor de hereniging even op het bovenstaande.
Een beetje een anticlimax verhaal, maar dat is ook precies hoe ik de hereniging heb ervaren. Het was geen een enorme climax (zoals Spoorloos), maar heel gewoon. Het was gewoon, gewoon alsof je een bekende zag. Ik houd wel van gewoon, gewoon lekker met twee benen op de grond. Ik blijf denk ik toch een beetje een nuchtere Nederlander ofzo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten